Overslaan en naar de inhoud gaan
MijnBEW

Financiering van inschakelings-ondernemingen

Erkende sociale ondernemingen kunnen gedeeltelijk gefinancierd worden door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als ze de socioprofessionele inschakeling van werknemers tot doel hebben. Daartoe dienen ze zich te laten mandateren als sociale inschakelingsonderneming door een aanvraagdossier in te dienen.

Een mandaat en financiering verkrijgen

Fase 1: Aanvraag

Voor 2024 heeft de regering beslist de mandaten van de sociale inschakelingsondernemingen die al in 2020 door de regering gemandateerd werden te hernieuwen voor een termijn van 5 jaar, zonder nieuwe mandaten toe te kennen. Daarom staat deze door de minister van Werk uitgeschreven oproep tot kandidaatstelling enkel open voor sociale inschakelingsondernemingen waarvan het in 2020 toegekende mandaat met een looptijd van vijf jaar eindigt op 31 december 2024. Het zal niet mogelijk zijn om een nieuwe mandaataanvraag in te dienen.

Fase 2: Prefinanciering en start van het project

Brussel Economie en Werkgelegenheid zendt de begunstigde jaarlijks een schuldvordering ten belope van 80% van het bedrag van de jaarlijkse financiering (bedrag gebaseerd op het aantal begeleide VTE's uit de doelgroep). De onderneming vult die schuldvordering in, ondertekent ze en zendt ze naar invoice@gob.brussels in pdf-formaat.

De onderneming ontvangt vooraf 80% van de jaarlijkse financiering. Ze voert vervolgens het project uit waarvoor ze gemandateerd is en houdt daarvan een afzonderlijke boekhouding bij.

Fase 3: Betaling van het saldo N-1 en compensatieaanvraag N

De begunstigde moet elk jaar tussen 1 januari en 15 februari van het jaar dat volgt op het jaar van de toekenning van de jaarlijkse prefinanciering volgende documenten bezorgen:

Brussel Economie en Werkgelegenheid controleert het dossier.
Wanneer het dossier in orde is, ontvangt de gemandateerde onderneming het saldo van de jaarlijkse compensatie (max. 20% van het bepaalde bedrag), op basis van de som van de bedragen van de bewijsstukken.

Opgelet: de compensaties van de overheidsdienst kunnen niet worden vereffend in het geval van faillissement, ontbinding, vrijwillige of gerechtelijke vereffening van de sociale inschakelingsonderneming. 

Vernieuwing van het mandaat

Tussen acht en zes maanden vóór het verstrijken van het lopende mandaat kan de onderneming de vernieuwing van haar mandaat aanvragen bij Brussel Economie en Werkgelegenheid voor een nieuwe periode van vijf jaar.

Voor sociale inschakelingsondernemingen, die in 2020 een mandaat kregen en in 2024 een aanvraag tot hernieuwing van het mandaat wensen in te dienen, moet de aanvraag tegen 31/05/2024 ingediend worden. Alle informatie is terug te vinden in de Praktische Gids 2024 (.pdf).

De kandidaatstelling mag uitsluitend ingediend worden via de website “Mijn BEW”.

U treft hieronder de bijlagen aan die te gebruiken zijn voor de indiening van uw dossier via “Mijn BEW” punt 5.2. « Bij uw aanvraag te voegen documenten » :

Verplichtingen en controle

Elke sociale onderneming die een financiering ontvangt, moet:

  • de regelgeving in acht nemen, meer bepaald de ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het mandaat van de sociale ondernemingen;
  • een afzonderlijke boekhouding bijhouden (meer informatie hierover is te vinden in de "Praktische Gids" (.pdf);
  • alle documenten met betrekking tot de uitoefening van de dienst van algemeen economisch belang, met inbegrip van de afzonderlijke boekhouding, ter beschikken houden van Brussel Economie en Werkgelegenheid. Deze documenten moeten bewaard worden tot tien jaar na het einde van het mandaat.

Brussel Economie en Werkgelegenheid controleert de documenten. Het verricht controles ter plaatse (Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie) en andere controles in samenwerking met Actiris.

Bij inbreuken kan de minister van Werk het mandaat opschorten of intrekken.

Voor welk project?

De erkende sociale onderneming kan een mandaat aanvragen voor de uitwerking van een of meer projecten die de socioprofessionele inschakeling van werknemers die bijzonder ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt tot doel hebben.

Een inschakelingsprogramma beoogt de beroepsinschakeling, over vijf jaar, van minstens vier doelgroepwerknemers per jaar in voltijdse equivalenten (VTE's).

Het programma moet personen ten goede komen die behoren tot de "doelgroep".

Onder "doelgroep" wordt verstaan:

  • de werkzoekenden die in aanmerking komen voor een "inschakelingsbaan in de sociale economie";
  • jonge werknemers met een inschakelingsovereenkomst;
  • de inschakelingsbanen zoals bepaald door artikel 60 §7.

Het inschakelingsprogramma moet het verwerven van competenties beogen, evenals professionele en sociale begeleiding.

Het programma biedt een professionele begeleiding van de werknemer (opleiding voor het werk dat hij uitoefent, ontwikkeling van zijn autonomie, …) en een sociale begeleiding van de werknemer (begeleiding in de sociale en administratieve procedures, …).

Het inschakelingsprogramma dient de volgende drie onderdelen te omvatten:

  1. een begeleidings- en omkaderingsproject voor de doelgroepwerknemers;
  2. een plan voor competentieverwerving;
  3. een plan voor de doorstroming en/of de inschakeling van de doelgroepwerknemer naar/op de arbeidsmarkt.

Raadpleeg de lijst van gemandateerde sociale ondernemingen

Wie kan worden gefinancierd?

Om een mandaat en financiering te ontvangen, moet de sociale onderneming beantwoorden aan drie criteria:

1) Een erkende sociale onderneming zijn

De erkenning moet geldig zijn op het ogenblik van indiening van de aanvraag.

2) Socioprofessionele inschakeling als oogmerk hebben

De minister mandateert een onderneming voor een opdracht van diensten van algemeen economisch belang. Die opdracht betreft de re-integratie op de arbeidsmarkt van personen die er bijzonder ver van verwijderd zijn (doelgroep).

Concreet moet de onderneming:

  • minstens vier voltijds equivalenten (VTE) van de doelgroep tewerkstellen ten laatste op het moment van de beslissing tot toekenning van het mandaat door de minister. Er zijn 4 VTE's vereist per project als de aanvrager meerdere projecten indient.
  • minstens een voltijds equivalent (VTE) als begeleidingspersoneel tewerkstellen. Als het voltijdse equivalent verdeeld is over meerdere personen, moet een van de begeleiders minstens halftijds werken.

3) Geen schulden hebben

De erkende sociale onderneming moet vrij zijn van

  • fiscale schulden zoals opgenomen in de meest recente jaarrekening, behalve indien er een aanzuiveringsplan bestaat dat wordt nageleefd. De fiscale schulden worden vermeld op de regels 450, 451, 452 en 453 volgens de codificatie van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel (MAR);
  • schulden bij de RSZ, behalve indien er een aanzuiveringsplan bestaat dat wordt nageleefd.

Hoeveel bedraagt de financiering?

Het bedrag van de financiering hangt af van het aantal effectief tewerkgestelde doelgroepwerknemers.

Overeenkomstig artikel 16.§ 2 van de ordonnantie wordt de vergoeding jaarlijks geïndexeerd : "De vergoeding wordt berekend op basis van een forfaitair bedrag dat jaarlijks wordt aangepast op basis van de afgevlakte index, rekening houdend met het aantal werknemers van de doelgroep in voltijdse equivalenten die op het ogenblik van hun indiensttreding in aanmerking komen voor werkgelegenheidssteun bedoeld in hoofdstuk 2 van de ordonnantie betreffende werkgelegenheidssteun."

Bijvoorbeeld:
Voor 4 tewerkgestelde VTE's uit de "doelgroep" bedraagt de maximale jaarlijkse subsidie € 46.000.
Voor 10 tewerkgestelde VTE's uit de "doelgroep" ligt het maximum op € 92.000.
De jaarlijkse compensatie mag niet meer bedragen dan € 218.500 (voor 32 of meer tewerkgestelde VTE's uit de "doelgroep").
Zie volledige tabel in hoofdstuk 4 van de "Praktische Gids" (.pdf).

Opmerking: De compensaties in het kader van het mandaat worden toegekend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten. Het in het formulier gevraagde bedrag moet dan ook als indicatief en niet-definitief worden beschouwd.

In aanmerking komende kosten

De compensatie kan volgende uitgaven dekken:

  • 80 à 100 % van de loonkosten van de begeleider(s);
  • 0 à 20% van de werkingskosten.

Investeringskosten (kosten die worden geboekt in klasse 2 volgens de MAR-codificatie) komen niet in aanmerking.

De loonkosten omvatten:

  • de bezoldigingskosten voor het begeleidende personeel;
  • de kosten in verband met de wettelijke verplichtingen van de werkgever:
    • premies voor de arbeidsongevallenverzekering en de aanvullende arbeidsongevallenverzekering,
    • de arbeidsgeneeskundige kosten;
  • de kosten voor het beheer van het loon van de begeleider(s).

De werkingskosten betreffen de opleiding van de doelgroepwerknemers, evenals de kosten voor externe opleidingen. De huurprijzen en lasten (internet, telefoon, elektriciteit) komen enkel in aanmerking als ze rechtstreeks verband houden met de het project waarop het mandaat betrekking heeft.

De loonkosten van het basisteam (boekhouding, secretariaat, directie en alle externen) kunnen ook werkingskosten zijn.

Voor hoelang?

Het mandaat wordt toegekend voor een periode van vijf jaar. Het mandaat treedt in werking op 1 januari van het jaar na dat van de indiening van de mandaataanvraag.

  • Brussel Economie en Werkgelegenheid bevestigt de ontvangst van het dossier en onderzoekt het.

    Als het dossier volledig is, brengen Actiris en de Adviesraad voor Sociaal Ondernemerschap er advies over uit.

    Vervolgens beslist de minister de onderneming al dan niet te mandateren voor het (de) voorgestelde project(en). Brussel Economie en Werkgelegenheid deelt de beslissing mee aan de onderneming.

    Als de sociale onderneming gemandateerd is als inschakelingsonderneming, ondertekent ze een mandaatovereenkomst. Die overeenkomst wordt ondertekend door de begunstigde en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bepaalt de voorwaarden van het mandaat en de toekenning van de financiering.

Terug naar boven