Overslaan en naar de inhoud gaan
Gewestelijke Overheidsdienst Brussel
MijnBEW

Beroepsbekwaam-heid voor brood-en banketbakker

Wie de activiteit van brood- en banketbakker wil uitoefenen, moet naast de basiskennis bedrijfsbeheer ook de sectorale beroepsbekwaamheid bewijzen.

Vereisten voor de inschrijving in de Kruispuntbank van ondernemingen voor de activiteit van brood- en banketbakker:

Het ondernemingsloket waar u de (wijziging van de) inschrijving vraagt, gaat na of de onderneming aan de voorwaarden voldoet.

Definitie

Onder de activiteit van de brood- en banketbakker moet worden verstaan: hij of zij die gewoonlijk en zelfstandig voor rekening van derden één van volgende producten bereidt:

  • broodproducten,
  • bakkerijproducten,
  • bepaalde banketbakkerijproducten, namelijk:
    • producten op basis van soezenbeslag en bladerdeeg,
    • schuimgebakjes,
    • diverse vetdegen,
    • biscuit- en cakebeslagsoorten,
    • petits fours,
    • taarten en taartjes,
    • gebak.

Wie moet de sectorale beroepsbekwaamheid bewijzen?

De personen die de sectorale beroepsbekwaamheid moeten bewijzen zijn dezelfde personen als die welke de basiskennis bedrijfsbeheer moeten bewijzen.

Hoe de sectorale beroepsbekwaamheid bewijzen?

De sectorale beroepsbekwaamheid kan op drie manieren bewezen worden:

  • een akte: artikel 5 van het koninklijk besluit van 14/1/1993 bepaalt welke akten in aanmerking komen. Voor akten die er niet vermeld staan, kunt u de diplo-databank raadplegen.
  • voldoende praktijkervaring: u moet minstens vijf jaar beroepspraktijk bewijzen over de laatste tien jaar. De aanvangsdatum van die praktijk mag buiten de laatste tien jaar vallen. Als het een ononderbroken beroepsactiviteit betreft, mag ze buiten de laatste tien jaar gestart zijn op voorwaarde dat de praktijk binnen deze periode eindigt
  • wie geen geldig diploma noch voldoende praktijkervaring heeft, kan een examen over de beroepsbekwaamheid voor de beoogde activiteit afleggen. Het examen heeft betrekking op de kennis die vermeld staat in het artikel 4 van het  KB van 14/1/1993.

Om uit te maken of het diploma of de beroepservaring volstaan als bewijs van de basiskennis bedrijfsbeheer of de beroepsbekwaamheid, zijn de erkende ondernemingsloketten bevoegd.

Vrijstelling voor enkele ondernemingen

Enkele ondernemingen moeten de beroepsbekwaamheid niet bewijzen:

  • de onderneming die geen kleine of middelgrote onderneming is in de zin van de kmo-programmawet van 10/02/1998,
  • de onderneming die geen handels- of ambachtsactiviteiten uitoefent,
  • de ondernemingen die ingeschreven waren als handels- of ambachtsonderneming op het moment van het in voege treden van de reglementering (deze datum verschilt van activiteit tot activiteit),
  • de overnemer van een bestaande zaak (gedurende één jaar),
  • de overlevende echtgenoot van een overleden ondernemingshoofd,
  • de overlevende wettelijke samenwonende van een overleden ondernemingshoofd,
  • de overlevende partner van een overleden ondernemingshoofd die minstens zes maanden samenwoonde met dat overleden ondernemingshoofd,
  • de kinderen van het overleden ondernemingshoofd gedurende een periode van drie jaar,
  • ingeval van een vennootschap en voor zover hij/zij benoemd is tot verantwoordelijke voor het dagelijkse bestuur:
    • de overlevende echtgenoot van de overleden verantwoordelijke voor het dagelijkse bestuur,
    • de overlevende wettelijk samenwonende van de overleden verantwoordelijke voor het dagelijkse bestuur,
    • de overlevende partner van de overleden verantwoordelijke voor het dagelijkse bestuur voor zover hij er sinds minstens zes maanden mee samenwoonde.

Onderdanen van een lidstaat

Onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (Europese Unie + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) of Zwitserland kunnen hun in die landen behaalde beroepsbekwaamheid bovendien bewijzen met toepassing van de rechten die hun worden verleend in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties zoals omgezet door het koninklijk besluit van 17/8/2007. 

Productie van bioproducten

Terug naar boven